Regelement
Beleidsdebatteren is de meest inhoudelijke vorm van debatteren. De deelnemers ontvangen de stellingen een week voor het toernooi.
Bij beleidsdebatteren gaat het debat altijd over een overheidsinstantie X die beleid Y wil formuleren om een bestaande situatie te verbeteren. Bijvoorbeeld: Het openbaar vervoer moet gratis worden; De Nederlandse overheid moet zorgen dat iedereen in Nederland gratis gebruik kan maken van het openbaar vervoer. De precieze informatie over beleidsdebatten is te lezen in het boek “Effectief debatteren” van A.C. Braet en L. Schouw (uitgegeven bij Wolters Noordhoff Groningen)
Opbouw van het debat
Er wordt gedebatteerd in teams van twee deelnemers. Het debat zal bestaan uit vier opzetbeurten en twee conclusie-beurten.
Het gaat als volgt:
Opzetbeurt 1e voorstander 4 minuten
Opzetbeurt 1e tegenstander 4 minuten
Opzetbeurt 2e voorstander 4 minuten
Opzetbeurt 2e tegenstander 4 minuten
Conclusie 1e tegenstander 2 minuten
Conclusie 1e voorstander 2 minuten
Standaardgeschilpunten
De rode draad in het beleidsdebat is het gebruik van de standaard geschilpunten (deze zullen we vanaf nu afkorten als sgp). Het goed gebruik van sgp’s zorgt voor een heldere en duidelijke structuur in het debat. Door het gebruik van de sgp’s blijft een debat logisch en kan het objectief worden beoordeeld door jury en publiek. Het gevoerde debat dient alle zeven de sgp’s te behandelen. De zeven sgp’s vormen de kapstok voor het debat en moeten in de eerste opzetbeurt goed worden neergezet door de voorstander.
De zeven sgp’s zijn:
1. Er is een probleem
Toon aan dat er problemen zijn
2. Het probleem is ernstig
Toon aan dat deze problemen dusdanig erg of urgent zijn dat er een nieuw beleid moet komen
3. Het probleem is inherent aan het huidige beleid
de problemen zijn onlosmakelijk met het huidige beleid verbonden
4. Het plan
formuleer een nieuw beleid welke de problemen zal verminderen of doen laten verdwijnen
5. Doeltreffendheid
laat zien dat het plan doeltreffend de problemen aanpakt
6. Uitvoerbaarheid
laat zien dat het nieuwe beleid uitvoerbaar is.
7. Consequenties
De voordelen van het nieuwe beleid wegen op tegen de eventuele nadelen
Interrupties
Tijdens alle speeches mogen alle opponenten van de spreker pogingen doen om vragen stellen. Door te gaan staan met een hand op het hoofd, geeft een opponent aan dat hij of zij een vraag wil stellen. De spreker moet dit verzoek verbaal of non-verbaal weigeren of toestaan. Gebruikelijk is dat tijdens iedere speech minimaal één interruptie wordt toegestaan. De vraag mag maximaal 15 seconden duren. Over het antwoord mag niet gediscussieerd worden. Tijdens de 15 seconden interruptietijd wordt de spreektijd stilgezet en mag de spreker de vragensteller afkappen op een voor de jury niet irritante wijze.
Winnaar
De jury bepaalt wie de winnaar is. Direct na het debat geeft de jury feedback, en zij geeft niet de uitslag! De uitslag wordt na de beslissing van de jury gepubliceerd op een centraal punt, samen met de andere uitslagen van die ronde.. Ze kijken allereerst naar de sgp’s. Indien de tegenstanders er niet in geslaagd zijn (volgens de jury) om twijfel te zaaien bij een van de sgp’s zullen de voorstanders winnen. Hoe meer twijfel de tegenstanders weten te zaaien bij verschillende standaard geschilpunten hoe groter de kans dat zij winnen. Als in een eerst opvolgende beurt niets gezegd wordt over een sgp die in de voorafgaande beurt genoemd is gaat is dit punt automatisch gewonnen door het team die deze het laatste benoemd heeft (geld alleen voor de opzetbeurten).
Puntentelling:
Het winnend team krijgt 1000 punten en een verliezend team 0 punten
De individuele sprekers kunnen ieder tussen de 0 en 100 sprekerspunten halen.
– Matige spreker 60 punten
– Goede spreker 90 punten
De 4 beste teams uit de poule gaan door naar de halve finales. Hierna volgt een knock-out systeem met één debat per ronde, waar uiteindelijk de winnaar van het toernooi uit voort zal komen.